ACTUEEL, POLITIEK
Over tenten en compassie: ‘Dit kun je niet maken’
15 december 2022 – De Beweging van Barmhartigheid roept de Nederlandse VO-scholen op mee te dingen naar de Compassieprijs 2023. Dat is een hele mond vol: woorden als ‘barmhartigheid’ en ‘compassie’ roepen meteen veel vragen op. Wat betekenen die woorden eigenlijk concreet in de wereld waarin we leven?
Definities zijn vaak abstract, die helpen ons hier dus niet verder. Een voorbeeld uit de praktijk spreekt meer aan. Neem ondernemer Willem Straat die in augustus een inzamelingsactie startte voor de honderden asielzoekers die in Ter Apel ’s nachts onder de blote hemel moesten slapen. De inzamelingsactie leverde 12.500 euro op waarmee de ondernemer 200 opgooitentjes kocht.
‘Er is meer dan genoeg geld over voor nog een lading,’ zegt Straat. Maar die allereerste opgooitentjes, bedoeld voor een rustige, beschutte nachtrust, verdwenen net zo snel als ze gekomen waren. Want, zo meenden gemeente en veiligheidsregio, de veiligheid was in gevaar. Bovendien kon niemand zien wat er zich ’s nachts in die tentjes afspeelde. Alsof slaapkamers bedoeld zijn voor een openbaar vertoon. Het geeft te denken dat gereguleerde veiligheid kan leiden tot mensonterende ontberingen.
Stel je eens voor
In het licht van de Compassie-prijsvraag: wat bezielt de initiatiefnemer? Is hij barmhartig? Drijft compassie hem? Zelf zegt hij het zo in een interview met het Algemeen Dagblad: “Mensen moeten niet buiten slapen. Wij bemoeien ons niet met de politiek, maar vinden dat je dit niet kan maken.’’ Het klinkt kort, bondig én tegelijk veelbetekenend. Eigenlijk zegt Straat zonder enige pretentie: je mag mensen niet zo behandelen, dat ziet een kind. Daar heb je geen Europees verdrag voor nodig, laat staan enige andere juridische regelgeving.
Maar als je een laag dieper kijkt, zie je dat er meer achter deze vanzelfsprekendheid schuil gaat. De initiatiefnemer en met hem alle mensen die geld stortten voor de opgooitentjes, werden bewogen door hun verbeeldingskracht: stel je toch eens voor dat mijn kind of mijn broer of ikzelf of wie dan ook op deze manier ontvangen zou worden in een ‘toevluchtsoord’ als Ter Apel? Stel je toch voor dat je zonder dak boven je hoofd, zonder enige privacy in de duisternis van de nacht moet slapen? Hoe zou dat zijn? Zo mag je mensen toch niet behandelen?
‘Ik niet in zompig gras, jij dan ook niet’
Onze verbeelding, het vermogen ons te verplaatsen in de schoenen van een ander, is krachtig. Het zet ons in beweging, doet ons met andere ogen naar de wereld kijken. De wereldberoemde religiewetenschapper Karen Armstrong is de inspiratiebron voor de compassieprijs. Deze uitgetreden katholieke non heeft aan den lijve ervaren wat compassie betekent. Dit gebeurde toen zij zich aan het lezen zette van werken van profeten uit andere monotheïstische godsdiensten, zoals de Islam. Al lezend verplaatste zij zich met overgave in een voor haar tot dan toe totaal vreemde context en probeerde met de kracht van haar verbeelding te kijken met de ogen van de schrijvers. Inderdaad, er ging een heel andere wereld voor Armstrong open. Zich verdiepend in religies van alle mogelijke windrichtingen ontdekte zij dat er in elk geval één ding is dat wereldgodsdiensten met elkaar gemeen hebben: de gulden regel. ‘Behandel anderen zoals je zelf behandeld wilt worden’, zegt deze regel. Ik wil niet in zompig gras liggen, jij dus ook niet.
Barmhartige Samaritaan, tweederangsburger
Zitten we nog met het woord ‘barmhartigheid’. Het klinkt als een oud woord uit ver vervlogen tijden. Outdated, niet helemaal van deze tijd. Maar dat valt nog te bezien. Opnieuw, neem het opgooitentjes-initiatief. De grondgedachte is ‘dit kun je geen enkel mens aan doen’. Dat was ook het geval in het Bijbelse verhaal van de barmhartige Samaritaan. Allerlei wettische, vrome en godsdienstige heerschappen liepen langs een man die ernstig toegetakeld op de grond lag, maar zij staken geen vinger uit. Allerlei wetten zoals die van reinheid, weerhielden hen het slachtoffer aan te raken. Uitgerekend een Samaritaan, bij uitstek iemand die destijds als een tweederangsburger werd beschouwd, ontfermde zich over de man. Zonder iets te zeggen, tilde hij de man van de grond, hees hem op zijn paard en reed het slachtoffer naar een nabijgelegen herberg voor verzorging. ‘Hier is geld’, zei hij tegen de herbergier, ‘als ik later terugkom, hoor ik wel of je meer geld nodig hebt’.
De boodschap is duidelijk: je laat niet iemand aan zijn lot over. Je laat niemand zonder beschutting onder de Nederlandse hemel slapen, zo zou je zelf ook niet behandeld willen worden. Punt uit. Daar hoef je niet lang over na te denken. Hier geen diepzinnige reflectie of langdurige rationele afwegingen.
Allemaal een dak van tentendoek
De actie met de opgooitentjes, Karen Armstrong die teksten leest die, voor haar, totaal onbekende werelden openen, de tweederangsburger, de Samaritaan die stopt en een verwonde man op zijn paard hijst: het zijn allemaal verhalen die we elkaar vertellen. En die onze diepste intuïties doen ontwaken. Intuïties, die zomaar door een overweldigend chaotische wereld ondergesneeuwd kunnen worden. De intuïtie dat niet alleen jij, maar dat wij allemaal te gast, als het ware een asielzoeker, zijn op deze aarde. Op zoek naar een dak van een tent. Gegeven door een ander.
Lees meer: Compassieprijs 2023: een wedstrijd voor scholieren – Barmhartigheid
Artikel geschreven door Karin Melis
Foto boven: Naomi August (Unsplash)
Reageren?
Ongepaste reacties worden verwijderd(E-mail adres wordt niet gepubliceerd)