INTERVIEW MET KAREN ARMSTRONG
Met compassie omgaan met de natuur
17 mei 2023 – ‘Iedereen kan een bijdrage leveren. Sommige mensen zijn goed in organiseren. Ik niet. Ik kan niet zoveel, maar wel boeken schrijven. Dat is mijn bijdrage aan een meer vreedzame, tolerante en compassievolle wereld. Mijn nieuwste boek De heilige natuur gaat over een compassievolle manier van kijken naar de natuur. Zodat hopelijk een oplossing voor de klimaatcrisis dichterbij komt. Mijn volgende boek zal gaan over het principe van gelijkheid. Het zijn kleine bijdragen, want deze dingen gaan stapje voor stapje. Maar het is wel belangrijk dat er iets gebeurt.’
Door Charles van Leeuwen
Karen Armstrong is voor een lezing in Nederland en kan een uurtje vrijmaken voor een interview met de Beweging van Barmhartigheid. Over haar nieuwste boek met de spannende ondertitel ‘hoe we de relatie met onze natuurlijke omgeving kunnen herstellen’. Over compassie en de betekenis ervan voor de samenleving. En over haar religieuze achtergrond en kloostertijd.
Ik hoef in het hotel maar kort op haar te wachten: precies op tijd stapt Karen de spreekkamer binnen. Ze is een kleine, wat gedrongen dame die gedecideerd de ruimte betreedt. Een persoonlijke kennismaking lijkt niet nodig te zijn, Karen steekt meteen van wal. Het lijkt alsof ze zich, een beetje schuchter, achter een rijke woordenstroom verschuilt. Trefzeker in haar woordkeus en met een opvallend heldere, warme stem.
‘Compassie komt in mijn nieuwste boek De heilige natuur telkens terug. Ik wil in dit boek duidelijk maken dat we ook op een compassievolle manier naar de natuur kunnen kijken. Anders dan de westerse traditie ons aanleert: er is een paradigma-verandering nodig. We moeten respect tonen, niet overheersen of vernietigen.
‘Ik wil duidelijk maken dat we ook op een compassievolle manier naar de natuur kunnen kijken’
In de wereldreligies vinden we bronnen om een andere manier van kijken aan te leren. Er zijn bijvoorbeeld andere scheppingsmythes dan in het christendom, er worden andere accenten gelegd dan in de westerse scheppingsverhalen. Als we anders gaan lezen, gaan we ook anders kijken. Met een meer eerbiedige houding voor de natuur, een houding van dankbaarheid. Een houding van welwillendheid en overgave, zoals de Islam leert. Een houding van geweldloosheid, van ahimsa zoals het in India wordt genoemd. Een houding van kenosis, onszelf wegcijferen, zoals christendom en boeddhisme leren.
Ik bespreek in De heilige natuur een aantal religieuze grondbegrippen voor een andere manier van kijken naar de natuur. Dat is de grote lijn van het boek. Daarbij put ik uit teksten van alle grote wereldgodsdiensten: het Boeddhisme met het confucianisme, het Hindoeïsme, de Islam, het Christendom, het Jodendom. Het was een uitdaging om dat in één boek, in één taal te doen. Om die bronnen op verstaanbare wijze te ontsluiten. Ik hoop dat dat is gelukt.’
Het lijkt Karen Armstrong inderdaad gelukt. Haar uitleg is helder en ze ontsluit mooie teksten. Het is ook de vertaler, Albert Witteveen, gelukt het boek in toegankelijk Nederlands om te zetten. Daarna blijft het nog wel een uitdaging voor elke lezer, uiteraard, om zich in die verschillende tradities te verdiepen en de begrippen toe te eigenen.
Hoeveel ‘religious literacy’ hebben lezers vandaag?
‘We moeten mensen leren om de religieuze tradities opnieuw te ontdekken. Om niet alleen maar vast te houden aan hun eigen, vermeende zekerheden. Bijvoorbeeld kijken naar de problemen die er in onze samenleving zijn en dan onbevangen zien welke antwoorden daarvoor in wereldgodsdiensten te vinden zijn… Dat is welbeschouwd mijn werk. Lezen speelt daarbij een rol, maar het gaat niet alleen om lezen: mensen moeten het ook in de praktijk leren brengen.
Compassie aanleren
Kun je je voorstellen dat mijn boeken het slechtst verkopen in het Westen, in mijn eigen land helemaal? Want daar heerst een vooroordeel: religie wordt belachelijk gevonden. Het is niet zo gek als je ziet hoe de religieuze autoriteiten zich gedragen. Met de gedachte: mijn religie is beter dan de jouwe, misschien wel het allerbest. Dat is egotripperij. En al dat gedoe rond het celibaat, dat is gewoon een ziekte. Het vertroebelt de blik. Mensen kijken daardoor niet meer naar het hart van de zaak. Jezus en Paulus waren helemaal niet bezig met het celibaat. Als de aartsbisschop van Canterbury de armen zou helpen, als hij echt met hen over hun problemen in gesprek zou gaan, zouden mensen wel anders naar de kerk kijken.’
Hoe zou u mensen compassie aanleren? De Beweging van Barmhartigheid heeft een leerroute in compassie en er blijken veel verschillende aanvliegroutes te zijn voor een houding van compassie. Hoe zou u dat aanpakken?
‘Compassie is: meevoelen met een ander. Je ermee identificeren. Dat is niet per se een gevoelskwestie, je hoeft ook niet door medelijden overweldigd te worden. Het gaat eerder om invoelen, je inleven in die ander. Dat is de essentie van wat de Gouden Regel ons leert. Kijken in je eigen hart en ontdekken wat jou pijn doet. En voorkomen, koste wat kost, om een ander diezelfde pijn aan te doen. ‘Wat Gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet’. Dat is de Gouden Regel die in alle wereldgodsdiensten in zeer vergelijkbare bewoordingen voorkomt.
Langzame omvorming
Wat dat van ons vraagt? Elke dag opnieuw in ons hart kijken. Ervoor waken anderen pijn te doen. Beseffen dat dat ook door onoplettendheid gebeurt. Door een onaangename blik. Een verheven glimlach. Er zijn zoveel manieren waarmee we anderen kleineren. We moeten leren daar bovenuit te stijgen. Onszelf terzijde plaatsen. Niet altijd met ons eigen ik bezig zijn, maar de ander centraal stellen.’
Een interessant aspect van uw boek is dat het ook kleine oefeningen aanreikt die helpen om compassie en daaraan verwante begrippen in te oefenen. Om concreet een andere manier van kijken aan te leren. Het is duidelijk dat dat voor veel mensen alleen in de verloren uurtjes kan gebeuren. U geeft het voorbeeld van het uitlaten van een hondje, dat elke dag misschien een kwartiertje ‘oefenen in mindfulness’ oplevert.
‘Ja, we moeten andere gewoontes krijgen en dat vraagt kleine leermomenten. Die oefeningen kun je ook gewoon in de bus doen. Het paradoxale is: het gaat om een verandering in onszelf en dat is een traag proces. Het gaat niet om heel veel meer. We hoeven geen woedende campagnes te voeren in de wereld, daarmee worden de dingen alleen maar erger. Als wij zelf maar werken aan verbetering. Anderzijds heeft het geen zin om te zeggen: vanaf nu wil ik een barmhartig mens zijn. Want we blijven fouten maken en vallen vaak weer terug. Overigens doe ik zelf weinig van dat soort oefeningen – mijn vorm is vooral lezen, heel aandachtig lezen.
In de praktijk brengen
In de christelijke wereld wordt de betekenis van een houding van barmhartigheid niet genoeg benadrukt. In het boeddhisme vormde die altijd de basis. Er was een traditie dat je misschien wel zes maanden oefende om geen onbarmhartig woord te spreken. Of een ongeduldig gebaar te maken. Of je oogleden verschrikt op te slaan. Dat moest je leren voordat je überhaupt kon beginnen met yoga-oefeningen. Eerst moest je je ego loslaten, daarna begon de rest.’
‘Wij spreken vaak over barmhartigheid, maar brengen die niet in de praktijk’
Ik woon in een mooie wijk in Londen, maar er slapen in die wijk veel mensen op straat. En niemand die er iets aan doet. De kerken in onze landen blijven leeg. En dat is niet verrassend, want waar is godsdienst nog mee bezig? Niet met wat er misgaat in de samenleving. Niet met de praktische problemen van de mensen. Daar draagt de kerk geen oplossingen voor aan. Ze zijn ook niet bezig met de klimaatcrisis, op een enkele uitzondering na misschien.
U bent nu een toonaangevend schrijver over religie. Het is interessant dat u in het begin moeite had u op dit terrein waar te maken, zowel in de kloosterwereld als de universiteit had u het moeilijk.
Ja, mijn loopbaan begon met mislukkingen. Eerst wilde ik kloosterzuster worden. Maar na zeven jaar ging dat niet meer en trad ik uit. Daarover gaat mijn boek Door de nauwe poort uit 1982. Het was mijn eerste boek en er zat veel woede in. Ik had godsdienst als bron opgegeven, voor altijd dacht ik toen. Mijn boek was een uiting van rebellie, maar ook van verdriet. Ik was door de kloosterervaring beschadigd. Ik had ook een moeilijke jeugd gehad, door bepaalde dingen in de familie. Het was niet voor niets dat ik op mijn 17e uit huis ging. Dat speelde bij die mislukking in het klooster mee, dat zie ik nu.
Een antwoord op mislukkingen
Daarna had ik maar één droom: ik wilde docent Engelse literatuur worden aan de universiteit. Maar ook dat mislukte. Want mijn proefschrift werd niet goedgekeurd. Ik was wel een slimme jongedame, maar een bepaalde professor vond het onderwerp niet goed uitgewerkt. Dat was ongewoon. De faculteit in Oxford heeft er zes maanden over gedelibereerd. Stafleden waren geschokt, Amerikaanse collega’s bijvoorbeeld konden het zich niet voorstellen. Maar het besluit kon niet worden heroverwogen, dat zou de betekenis van een Oxford-doctorstitel in diskrediet brengen. Daarna werd ik lerares aan een middelbare school. Maar die baan raakte ik kwijt vanwege gezondheidsproblemen. Pas in de leegte die zich toen aandiende, begon ik met schrijven.’
U bent dus eigenlijk een laatbloeier. Is uw schrijfwerk een reactie op die mislukkingen?
‘Daarin is het wel begonnen, ja. Ik had het geluk dat ik voor een nieuw televisienet, Channel 4, een programma mocht maken over de apostel Paulus. We gingen daarvoor naar Israël. Ik kreeg een adviseur, een nieuw-testamenticus van wie ik veel heb geleerd. Ik had natuurlijk vooroordelen tegen Paulus, was dat niet een man die fel tegen vrouwen was? Maar hij weersprak me en nam me stevig onder handen. Ik luisterde en deed nieuwe inzichten op. Het leverde een interessante documentaire op. In die tijd ben ik anders beginnen te denken over religie, het was een nieuw begin. Mijn woede ging nog wel door, mijn eerste boek zonder woede was pas de History of God uit 1993. Misschien omdat ik toen ineens de diepten van de dingen begon te zien.’
In uw levensverhaal krijgt de tijd in het klooster vaak een negatieve duiding. Maar soms krijgen we de indruk dat u nog steeds een soort zuster bent. Met uw religieuze horizon, uw missie, uw uitgesproken roeping…
‘Dat klopt. Ik zou die kloostertijd ook nooit hebben willen missen, ik heb er geen spijt van. En ik ben nooit getrouwd.’
Dus eens een zuster altijd een zuster?
‘Weet je… van het een komt het ander. Mijn roeping heeft een wijdere betekenis gekregen. Vanuit het christendom heb ik me verbreed. Door het bestuderen van andere godsdiensten heb ik ook weer veel over het christendom geleerd en ben ik het pas echt gaan begrijpen.’
Waren er in die kloosterjaren ook ervaringen van barmhartigheid?
‘Soms wel, ja. Er was bijvoorbeeld een zuster die kanker had en veel pijn leed. Ze moest in functie blijven, dat was niet erg barmhartig natuurlijk. Maar zij zag iets in mij, ze was heel aardig. Ook nuchter, helemaal niet sentimenteel. Maar met een aandacht en vriendelijkheid die ik in het klooster verder niet heb gezien: zij leefde met wat ik nu compassie zou noemen.
Mijn kloosterjaren waren in het begin van de jaren zestig. Ik heb dus de oude tijd meegemaakt, vóór de vernieuwingen van het Vaticaans Concilie. We begonnen na te denken over veranderingen, maar het zou een generatie duren, misschien wel twee, voordat die vorm kregen. Veel zusters hebben trouwens helemaal niet geprobeerd het kloosterleven te vernieuwen, die zijn net als ik uitgetreden. Buiten het klooster zijn ze wel met de grote thema’s verder gegaan. Dat geldt ook voor mij met mijn interreligieuze boeken en het Handvest voor Compassie.’
Spirituele oecumene
‘Een Chinees geleerde heeft eens gezegd: al onze religies zijn als vingers die naar de maan wijzen. Er is een islamitische vinger, een christelijke, een boeddhistische… er zijn mensen die vooral daarop letten. De vingers staan voor onze menselijke, dus beperkte verwoordingen. Volgens mij kijken we te vaak naar de vingers, en veel te weinig naar de maan.’
Foto: Wikimedia Commons
Meer informatie
De heilige natuur
Auteur: Karen Armstrong
Vertaler: Albert Witteveen
Uitgeverij Querido
Nederlands, E-book en hardcover
9789021462707, 304 pag.
Neem hier een voorproefje van het boek ‘De heilige natuur’.
Compassie
Lees hier een boekbespreking van het boek ‘Compassie’.
Door de nauwe poort
Auteur: Karen Armstrong
Uitgever: De Bezige Bij
Nederlands, Paperback
9789023427476, 317 pag.
Reageren?
Ongepaste reacties worden verwijderd(E-mail adres wordt niet gepubliceerd)