27 mei 2022 – Ik woon in een brede straat. Vanuit mijn keukenraam kijk ik uit op mijn tuin, een trottoir en een flink grasveld, de straat en dan uiteindelijk de tweekappers tegenover mij. Omdat de afstand groot is, heb ik met de overburen geen contact. Wel kan ik het een en ander gadeslaan.
Het jonge stel recht tegenover mij kreeg vorig jaar een baby. Ik zie hen vaak door de kamer lopen met het kind op de arm en denk dan terug aan de tijd dat onze kinderen jong waren en hoe wij het eerste jaar doorbrachten. Naast hen, voor mij schuin tegenover, woont een ouder echtpaar van tegen de 80, in een huis met glasgordijnen waar je niet doorheen kunt kijken. De vrouw, een nette vrouw met een keurig kapsel, zie ik bijna nooit. De man daarentegen zie ik enkele keren per maand wanneer hij in de voortuin werkt. Met veel aandacht en precisie en in alle rust maait hij het gras, ook voor het jonge stel, en knipt de lage rode beukenhaag in model. Het vertedert me. Misschien omdat het me aan mijn vader doet denken, die ook zo perfectionistisch is in die dingen. Ik vind het bovendien sympathiek dat hij de tuin van zijn buren meepakt. Zouden ze daar een afspraak over hebben gemaakt omdat het één doorlopend grasveld is met een doorlopende beukenhaag?
Een maand geleden veranderde alles plotsklaps. Op een vrijdag kwam er een ambulance aangesneld. Ik zag hoe de overbuurman werd meegenomen naar het ziekenhuis. De dag erna kwam er een lijkwagen voorrijden … Precies waar ik bang voor was geweest. De overbuurman werd thuis opgebaard. Gelukkig voor de vrouw kwam er veel bezoek: kinderen, familie, mensen uit de buurt. Ik zag continu het kaarslicht branden. Dat gaf troost.
Enkele weken later word ik op een vroege zondagochtend geraakt door het beeld wat ik dan gadesla. De keurige nette mevrouw staat ineens in spijkerbroek in de tuin. Zo heb ik haar nog nooit gezien. Even loopt ze wat onwennig op en neer. Dan pakt ze dapper de grasmaaier en begint ze te maaien. Ook het gras van de buren. Ik krijg er tranen van in mijn ogen. Haar man moest dit eens zien.
Ik rouw op afstand mee en neem me voor om binnenkort eens aan te bellen en een praatje te maken. Waarom heb ik dat niet eerder gedaan? De gesloten glasgordijnen hielden me tegen. Ze stonden voor mij symbool voor ‘laat ons maar achter ons gordijn’. Nu ik de vrouw in spijkerbroek heb gezien, kijk ik daar heel anders naar.
Reageren?
Ongepaste reacties worden verwijderd(E-mail adres wordt niet gepubliceerd)