BOEKEN
Een boek met een heilig stappenplan
11 juli 2022 — ‘De natuur wordt uitgebuit.’ ‘De natuur verdient respect.’ Worden we niet meer geraakt door de natuur? Of alleen als er een klimaatcrisis is?
Wanneer je je ervoor openstelt en je bewust wordt van je plaats en betekenis in het geheel, kun je de natuur ervaren als ‘heilig’. En juist dat kan weer een uitweg bieden uit de klimaatcrisis. Dat is de boodschap van het nieuwste boek van Karen Armstrong.
door Paula Stuurman
Verbeeldingskracht
In de Beweging van Barmhartigheid is de auteur een geachte bekende. Zij is de initiator van het Handvest van Compassie dat als organisatie onderdeel is van de Beweging. Armstrong heeft dat Handvest opgesteld uit bewogenheid om de wereld; in dit meest recente boek krijgt het ook betrekking op de aarde in nood, op de natuur in al haar aspecten. Daarom een uitgebreide weergave van de inhoud van het boek, om mee te beginnen.
De benadering, door deze auteur, van de natuur is vanuit de kennis van religies en van de Engelse literatuur, haar twee vakgebieden. Daarmee onderzoekt zij eerst de oorzaak waardoor in het westen de natuur als heilige betekenisbrenger teloorging. Vanaf de Verlichtingsfilosofen Descartes, Hume, raakte God als het ‘Zijn zelf’ buiten beeld. De logica die werkte in de academie was dodelijk voor de verbeeldingskracht en voor de stille devotie. Op deze Verlichting door de ratio komt de reactie in de Romantiek. Daar daagt het besef weer dat het overweldigende van het goddelijke ook in de natuur aangetroffen kan worden. De kunst als geheel en de poëzie in het bijzonder, aldus Armstrong, is een onmisbare antenne hiervoor. Armstrong begint dan ook met de natuurgedichten die haar raken, van Wordsworth, rond 1800.
In de oosterse godsdiensten wordt de schitterende kracht van de natuur ook gekend, onder verschillende namen, ilam, tao, en in Jodendom en Christendom ook maar minder expliciet. Goddelijkheid wordt daarin meer in tijd en geschiedenis ervaren. Armstrong pleit ervoor met aandacht de ontwikkeling van de mensheid in de tijd tussen 900 en 200 v.Chr. te onderzoeken, toen het bewustzijn gevoelig werd voor het menselijk bestaan in én tegenover de natuur. In die paradoxale verhouding komen thema’s aan het licht die de auteur vervolgens onderzoekt op wat heiligheid daarin betekent, ook met betrekking tot ervaringen van nu.
Mythe: geen flauwekul
In de eerste plaats: het verschil tussen mythos en logos. Dat wil zeggen: het verschil tussen beeldend denken en analytisch denken. Het mythisch denken raakt gedegradeerd tot de betekenis ‘verzinsel en flauwekul’ en het logisch denken wordt opgewaardeerd tot de enige weg naar waarheid. Bij alle besprekingen van de thema’s hierna wil de auteur de mythische kracht in het oog houden en steeds afronden met: en hoe verder hiermee? Wat is de volgende stap?
Wat we moeten doen, zegt de auteur hier, is allereerst mythes serieus nemen als levensgids bij die stappen.
Vervolgens: hoezo heilige natuur? De auteur bespreekt hoe verschillende levensbeschouwingen en religies spreken, in oude teksten, over de relatie natuur en mens. Universeel is er aandacht voor de ervaring dat alles voortvloeit uit en tegelijk verbonden blijft met het goddelijke
Wat brengt ons dit alles in het stappenplan? Dat is dat we het godsbeeld van een verre God niet hoeven handhaven. Bijvoorbeeld: terug naar dat van Thomas, kerkgeleerde 13e eeuw, en het Zijn zelf, dat we kunnen ontmoeten en ervaren in alles en allen. Voor de auteur is de dichter Wordsworth opnieuw een toegangsweg. Doe als hij, maant de auteur ons, loop rond, zet je zintuigen open. Dan kun jij de natuur, net als wie jou voorgingen, tot je horen spreken.
Job en de heiligheid van de natuur
In het voorafgaande hoofdstuk ligt de nadruk op: hoe bejegenen wij de natuur die ons overstijgt als heilig (sacred). In dit hoofdstuk is er aandacht voor waar die heiligheid dan in zit (holiness). De auteur spreekt van ‘heilig’ in de zin van ‘anders’, op grond van één van de betekenissen van het Hebreeuwse qaddosj. Wat heilig is heeft een glans van iets ongekends, zij het zacht, of overrompelend dichtbij. Het boek Job wordt aangehaald, dat unicum in de Hebreeuwse bijbel, en voorzien van een uitleg die focust op de ontzagwekkendheid van de natuur. Daar heeft de rechtschapen Job niet van terug. Het lijkt de auteur tijd voor eerherstel van Job, die zijn beperkte visie erkent.
Wat zegt het ons in de luidruchtige ego-tijd van nu, en hoe voorwaarts? Kijk op naar de grootsheid van de natuur, buit die niet uit, heb ontzag en wees bescheiden.
Opkijken, niet wegkijken
In deze gebroken wereld, wat moeten we met ontzag voor de natuur? Armstrong wijst op de verhalen en rituelen in godsdiensten die pijn en verdriet present stellen en compassie vragen. En om handelen vanuit die compassie. In het Bijbelse scheppingsverhaal mist zij dat.
Wat wij nu moeten doen, de weg voorwaarts, is in aandacht leven, pijn en verdriet niet ontkennen, en onze ego-bevangenheid en -gevangenheid laten varen.
Dat betekent offers brengen. En dat wil zeggen inleven, inleveren, en inspannen. Wat we kunnen doen is ons leven zo inrichten dat we in toegewijde discipline te werk gaan. Dan komen onze inspanningen ten goede aan mens en dier op ons pad. Zo’n ‘offer’ heiligt de relatie met de natuur. Het opgeven van het ego is hiermee gemoeid, kenosis. Onzelfzuchtigheid, het wordt in Tao, in Boeddhisme, in Nieuwe Testament in de verhalen over Jezus en van Paulus, overal aangehaald als een weg die cruciaal is voor een zinvol en bezield natuurlijk bestaan. Wat het betekent voor ons is dat de weg voorwaarts een lange weg is en veel oefenen vergt, en offers.
Dankbaarheid hoort ook bij het oefenen. Het is centraal in de Koran waar het betrekking heeft op Gods vrijgevigheid in de natuurlijke wereld. Ook het Zonnelied van Franciscus van Assisi (begin 13e eeuw) spreekt van dankbaarheid voor de natuur die als onze verwant wordt bejegend. Dichters zoals G.M. Hopkins, tevens priester, zingen over geïnspireerde natuur die dankbaar maakt.
Wat voor nu geldt en voorwaarts brengt is: wees kritisch op wat niet deugt en vooral, oefen het dagelijks uitspreken van een tekst die jou aanspreekt, met betrekking tot dankbaarheid.
Thuis tussen hemel en aarde en die recht doen
In de gulden regel komen kenosis en dankbaarheid samen. De gulden regel van Confucius, die ook in andere religies te vinden is, zegt: tussen hemel en aarde, vader en moeder bij wie ik thuis ben, daar is mijn plaats en ben ik als in één lichaam samen met alle andere wezens. En wil ik anderen behandelen zoals ik zelf behandeld wil worden. Wat die eenheid van alles in de natuur voor nu betekent is recht doen aan die eenheid. Geen schade doen aan de natuur, geweldloosheid, Ahimsa, zoals gepraktiseerd in het jaïnisme helpt er ook bij. Barrières die ons scheiden van anderen moeten weg. Wat dat oplevert is dat de heiligheid van anderen en het andere respect kan krijgen. Dat kun je elke dag zelf trainen. En dat gaat in concentrische cirkels verder, het medegevoel breidt zich steeds verder uit, een gedachte uit het Confucianisme waarin ieder verantwoordelijkheid draagt. Voortdurend moet je stappen zetten in inclusiviteit. Dat geldt ook in het Boeddhisme, contemplatie en mededogen groeien samen verder en zijn van harte verbonden. Wat dat brengt voor de stap van nu is dat ons berouw over eerder gebrek aan inclusiviteit vorm moet krijgen in compassie. En in liefdevolle omgang met alles en allen.
Donkere zeespiegel
In de epiloog besluit de auteur met stilte en ommekeer om de heiligheid van de natuur recht te doen. Na Wordsworth komt nu zijn bevriende collega Coleridge (19e eeuw) aan het woord. In de beroemde ballade over de oude zeebonk en zijn blik in de diepte maakt de dichter duidelijk dat besef van verantwoordelijkheid en verbondenheid met alle aspecten van de natuur levenbrengend zijn. Zo kan er, aldus Armstrong, een omslag komen naar zinvol leven waarin wordt recht gedaan aan de geheiligde natuur.
Treffend, maar treffend genoeg?
De bevlogenheid die de auteur op de eerste bladzijden laat zien – zij ziet het handschrift van de dichter, het dierbare gedicht komt nóg dichterbij – is treffend. Maar die is voor mij bij de weergave van de religieuze geschriften en praktijken in de middenhoofdstukken minder voelbaar. Bij de presentatie van het gedicht in de epiloog weer wel. Is het dat de vakgebieden van de compassie-voorvechtster als Zwei Seelen in haar Brust concurreren? Dus toch logica en verbeeldingskracht tegenover elkaar, waarbij de laatste minder voelbaar is in het middenstuk van dit boek? In dat stuk werkt het buitenperspectief van de religiewetenschapster. Het binnenperspectief van de literatuurliefhebster en – kenner – Engelse literatuur als vakgebied delen we (zoals ook onze leeftijd) en in dat binnenperspectief voel ik een klik. Mijn eigen theologische buitenperspectief is interessant, maar evenmin al het religie-wetenschappelijk, een garantie voor de ommekeer die nodig is voor de nood van de aarde en de zingeving van haar bewoners. En de tips van de auteur na elk hoofdstuk met betrekking tot ‘hoe verder’ moeten het toch hebben van de klik. Het is daarmee ook alsof de auteur aarzelt tussen genres. Is dit een pamflet, een literaire studie, een spiritueel ervaringsgeschrift, een how to boek? Allemaal niet natuurlijk. Wat mij betreft is de misschien verhoopte verbinding tussen deze genres in dit boek schurend: ik wil veel liever meer over alle besproken thema’s die in religies van belang zijn voor me krijgen via haar geestdrift of ontroering over een gedicht dan aangetoond zien of gelegitimeerd in de staalkaart van de wereldgodsdiensten. Bijvoorbeeld: de uitleg van het verhaal over Job, daar kijk ik van op. Gedurfd, een eeuwenlang struikelblok. Kom op, theologen, zeg ook iets! Hup, auteurs aller landen, schrijf!
Minder gelukkig ben ik als theoloog over het gebruik van het begrip qaddosj als legitimatie, of uitleg, van ‘heiligheid’. Dit begrip komt uit de regelgeving voor de tempeldienst, en niet uit Genesis. En de keuze om niet over béide oorsprongverhalen in Genesis te spreken, of over het verhaal over de zondvloed, waarom? Waartoe? Wanneer het eerste oorsprongverhaal als te zoetsappig wordt afgeschilderd kan het geen kwaad door te lezen in Genesis. Over de keuze van voorbeelden uit andere religies moet ik bescheiden als Job zwijgen, ik weet er niet voldoende van. Maar hoe is dat dan voor lezers zonder veel Bijbelverhalen-ervaring of – studie? Ik ben overrompeld door de kennis van de auteur maar liever was ik geënthousiasmeerd.
Aarzelend voorwaarts?
Wie het boek leest in deze goede vertaling bedenke dat het Engels verschillende woorden heeft in het betekenisveld ‘heilig’, en dus genuanceerder kan spreken dan het Nederlands. Verder: de gedichten die de auteur raken zijn bij Britse lezers bekend want horen bij het middelbare schoolcurriculum. Weerklank verzekerd! En de ‘pun’ op de naam van het cosmeticamerk ‘Sacred Nature’ zal daar ook wel landen.
Tenslotte: de afsluiting van elk hoofdstuk met ‘de weg voorwaarts’ is een manier om bij al deze kennis de voeten op de grond te houden. Maar de auteur doet dat aarzelend. ‘Should’, ‘ought to’ – hier spreekt profeet noch wetenschapper of literatuurliefhebber. Wie dan? Is het een auteur die haar lezers niet tegen zich in wil nemen of met haar tips te ver voor de troepen uit wil lopen? Ik denk: wat kan je gebeuren, op deze leeftijd en met die staat van dienst? Of is de voorzichtigheid die ik hierin lees die van een jaïnist die geen grasspriet wil krenken onder haar voetstap voorwaarts? Want de natuur is heilig.
Foto: Aaron Burden (Unsplash)
Boek
Karen Armstrong: De heilige natuur
Singel Uitgeverijen – Querido
2022
304 pagina’s
Vertaler Albert Witteveen
ISBN 9789021462707
€ 20,99
Karen Armstrong (1944)
Karen Armstrong is een van de meest vooraanstaande schrijvers op het gebied van religie en aanverwante onderwerpen. Haar werk is vertaald in veertig talen en omvat internationale bestsellers als Een geschiedenis van God, De strijd om God, Islam, De kwestie God en Compassie. Ze ontving diverse onderscheidingen, en is onder meer eredoctor aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Andere recensies
Een ongekende Karen Armstrong over de heilige natuur
Trouw, 25 mei 2022
De goddelijke vonk
De Groene Amsterdammer, 22 juni 2022
Interviews
‘Woede over de opwarming van de aarde is niet genoeg’
Trouw, 11 juni 2022
Karen Armstrong: ‘Het leven is niet alleen maar zoetheid en vriendelijkheid, en de natuur ook niet’
NRC, 22 juni 2022
Karen Armstrong: ‘We zijn ons respect voor het heilige verloren’
Filosofie Magazine, 30 mei 2022
Reageren?
Ongepaste reacties worden verwijderd(E-mail adres wordt niet gepubliceerd)