BARMHARTIGHEID
De meeste mensen zijn geen helden
26 april 2021 – Rutger Bregman (van ‘De meeste mensen deugen’) heeft voor De Correspondent een artikel geschreven over verzetshelden. Het is een heel bijzonder artikel als je het leest met een ‘barmhartigheidsbril’.
Rutger Bregman schrijft in het verlengde van zijn boek ‘De meeste mensen deugen’ over verzetshelden. Wat maakt iemand tot verzetsheld?
Bregman staat stil bij het leven van de verzetsheld van Arnold Douwes die in de Tweede Wereldoorlog vele joden hielp onderduiken.
Wat maakte Arnold Douwes tot verzetsheld? Niet zijn voorgeschiedenis: “Al op jonge leeftijd bleek Arnold Douwes een onmogelijk mens. (…) Geen diploma, geen baan, geen vrouw: in niks was Arnold wat de maatschappij van hem verwachtte.”
Bregman: “Als er iets fascineert aan Arnold Douwes dan is het hoe onuitstaanbaar hij was. Hier hebben we het over iemand die in normale tijden nauwelijks functioneerde en in extreme tijden deed wat vrijwel niemand anders kon. Als je Arnold had verteld dat ‘de meeste mensen deugen’ zou hij je ongetwijfeld hebben uitgelachen, want hij vond de meeste mensen juist lafaards.”
Over wat Arnold Douwes als verzetsheld deed kunnen we gedetailleerd lezen, want tegen de strikte code van het verzet in hield hij nauwgezet een dagboek bij, in maar liefst 35 notitieboekjes die hij in de tuin begroef.
Behalve in deze dagboeken, verdiepte Rutger Bregman zich ook in onderzoeken naar de drijfveren van verzetshelden.
We lezen het verslag van Bregman daarover met een ‘barmhartigheidsbril’ en zetten vanuit die optiek wat van zijn conclusies op een rij. En dan kijk je toch weer wat anders naar de lijfspreuk van de Beweging van Barmhartigheid: ‘Zien, bewogen worden, in beweging komen’.
Gevoel speelt minder een rol
‘Bewogen worden’? Bregman over ‘voorzichtige conclusies’ van de door hem geciteerde onderzoekers: “Gevoelens zijn overrated. Maar weinig redders zeiden dat ze gedreven werden door een diepgevoeld medelijden. Empathie en moed zijn nu eenmaal twee verschillende dingen: je kunt van alles voelen bij het lijden van een ander, maar dat wil niet zeggen dat je ook iets doet. Wie beelden van hongerige kinderen ziet op televisie kan een flink bedrag aan een hulporganisatie overmaken. Of je kunt doorzappen. De meesten van ons doen het laatste.”
Opvoeding speelt meer een rol
Bregman: “De ouders van de verzetshelden hadden hun kinderen een sterk gevoel van eigenwaarde gegeven en hun geleerd om zelfstandig te oordelen. (…) In plaats (van ‘gehoorzaamheid’) stond ‘eerlijkheid’ centraal en kregen de kinderen steeds uitgelegd waarom bepaalde dingen niet mochten, waarbij steeds werd verwezen naar de consequenties voor anderen. (…) Mocht je op basis van hun opvoeding denken dat Jodenredders van die liberale types waren, dan heb je het mis. Bij het Nederlandse verzet valt direct op dat zowel de communisten als de gereformeerden flink oververtegenwoordigd waren. (…) Let wel: de sterke idealen van deze uiteenlopende Jodenredders gingen gepaard met tolerantie voor andersdenkenden.”
Zelfverzekerdheid
“Een bepaalde mate van zelfverzekerdheid is belangrijk om in actie te komen: je moet geloven dat je het verschil kunt maken. Psychologen spreken ook wel van de internal locus of control, het gevoel dat je je leven zelf in de hand hebt. Veel verzetshelden ontwikkelden een uitzonderlijk sterke wil in hun kindertijd.”
De doorslaggevende factor
Bregman: “Waarom gaapt er maar al te vaak een kloof tussen de ideeën die we uitdragen, en de dingen die we doen?”
Voor het antwoord op dit vraag ging Rutger Bregman te rade bij recenter onderzoek.
“De nieuwe onderzoekers wilden zich voor deze vraag focussen op de omstandigheden van Jodenredders, in plaats van op hun motivaties. Waren de verzetshelden misschien vooral vrienden, familie of bekenden van de onderduikers? Nee. Meer dan de helft had voor de oorlog geen enkele relatie met de Joden die ze hielpen en bijna 90 procent hielp ten minste één vreemde. Was het dan de beschikbaarheid van een kelder, een zolder of flink wat spaargeld die het verschil maakte? Ook niet. (…) Uiteindelijk bleek één omstandigheid bijna allesbepalend. (…) Als aan deze voorwaarde werd voldaan (kwam) vrijwel iedereen in actie. Of om precies te zijn: 96 procent. En wat was die voorwaarde? Simpel: je moest gevraagd worden. Wie gevraagd werd om een Jood te helpen, zei vrijwel altijd ja. In veel gevallen bleek de vraag zelfs een tipping point, waarna een sneeuwbaleffect op gang kwam en de gevraagde nog meer Joden ging helpen. Sterker nog, veel mensen die gevraagd waren, gingen ook anderen vragen.”
‘Egoïstisch’ aspect
Een onderzoeker wijst erop dat aan helpen ook een egoïstisch aspect kan zitten. “Je wilt iets voor jezelf doen, om jezelf te respecteren.”
Bregman: “Misschien gaat het er wel niet om wie we zijn, met onze precieze persoonlijkheidstrekjes, overtuigingen en idealen. Misschien gaat het erom wie we kunnen worden. Je doet niet het goede omdat je een goed mens bent, je wordt een goed mens door het goede te doen.”
Lessen voor hier en nu
Rutger Bregman trekt de bevindingen door naar het hier en nu. “Natuurlijk stellen de uitdagingen van vandaag weinig voor vergeleken met die van toen. Maar er is nog zo veel waar we van weten en wegkijken, nog zo veel wat we (zeggen te) vinden en vervolgens vergeten. De meeste zelfhulpboeken gaan over hoe we ons leven leuker, gezonder, rustiger, mindfuller en makkelijker kunnen maken. Arnold leert om het onszelf en anderen niet makkelijker te maken, maar moeilijker.”
Rutger Bregman
Rutger Bregman (1988) is historicus. Hij publiceerde vijf boeken: Met de kennis van toen (2012), De geschiedenis van de vooruitgang (2013), Gratis geld voor iedereen (2014), Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers (met Jesse Frederik, 2015) en De meeste mensen deugen (2019).
De Correspondent
De Correspondent is een journalistiek platform met meer dan 70.000 leden. De Correspondent richt zich op “diepgravende verhalen die helpen de wereld beter te begrijpen”. De Correspondent is onafhankelijk en advertentievrij. Lidmaatschap kost € 70 per jaar of € 7 per maand.