ESSAY ABDULWAHID VAN BOMMEL
‘De God van de Islam is er een van compassie en mededogen’
door Abdulwahid van Bommel
1: Wees zoals je jezelf voordoet of doe je voor zoals je bent
Deze magische zin van Rûmî betekent dat wij eigenlijk helemaal en onder alle omstandigheden ‘onszelf’ zouden moeten zijn. Maar dat kunnen we nooit helemaal. Ook kunnen we nooit helemaal voldoen aan de eisen die anderen aan ons stellen. Gebrek aan oprechtheid zal ons uiteindelijk opbreken. Je buitenkant in overeenstemming brengen met je binnenkant is daarmee een belangrijk aspect van onze menselijke waardigheid.
2: Wees als de zee in verdraagzaamheid
In Nederland waar gelijkheid met de wet wordt beschermd, hebben we de vrijheid om anders te zijn en dat is iets om te koesteren. Nederland staat bekend als een van de meest tolerante landen in Europa. Tolerantie of verdraagzaamheid betekent de erkenning dat naast de eigen denkbeelden, gewoonten en kenmerken, er andere zijn van gelijke waarde. Ter ondersteuning van deze opvatting zijn er Koranteksten, zoals: ‘Er is geen dwang in godsdienst’ en het in de Islam bestaande idee van de aangeboren goedheid, voortkomend uit de aard (fitra) waarmee elk mens wordt geboren: ‘Richt daarom uw aangezicht in oprechtheid tot de religie der godzoekers, overeenkomstig de natuur naar welke Allah de mens heeft geschapen.’ Hieruit komen principes voort als de onkenbaarheid van Gods bedoelingen. Dit houdt in dat de mens niet mag pretenderen alwetend te zijn en dus niet over anderen kan oordelen.
3: Wees als aarde in bescheidenheid en nederigheid
Nederigheid behoort tot de deugden in de Islam en is voor spiritueel georiënteerde mensen een wat principiëlere term dan bescheidenheid. Nederigheid is niet te combineren met egoïsme of egocentriciteit. Nederigheid dient ook niet verward te worden met gebrek aan zelfwaardering en het is het tegenovergestelde van hoogmoed of arrogantie. In onder andere de joodse, christelijke en islamitische geloofsethiek speelt het begrip een belangrijke rol. Zoals de Koran zegt: ‘Zij geven aan anderen de voorkeur boven zichzelf.’ ‘En de dienaren van de Barmhartige lopen in nederigheid op aarde. En wanneer de onwetenden zich tot hen richten, zeggen zij: “vrede!”’ Zij die tot liefdadigheid, goedheid en het stichten van vrede onder de mensen aansporen, worden in de Koran aangemoedigd de gulden middenweg van de vergevensgezindheid te kiezen en elkaar aan te sporen tot goedheid en zich af te wenden van de onwetenden.
4: Wees als een overledene in woede en fanatisme
Woede is geen gemakkelijk onderwerp. Woede uiten of onderdrukken wordt meestal afgewezen en heeft gevolgen voor zowel lichaam als geest. Het is de kunst je woede werkelijk los te laten en je woede te voelen zonder haar te uiten. We kunnen niet om onze woede heen, maar we hoeven er geen gevangene van te worden. Daarom zegt de Koran: ‘Zij die in voorspoed en in tegenspoed wel doen en zij, die hun toorn onderdrukken en mensen vergeven; Allah heeft hen die goed doen lief.’ Over extremisme en fanatisme heeft de profeet gezegd: ‘Religie is makkelijk (te praktiseren). Hij die religie moeilijk (uitvoerbaar) wil maken zal eraan ten ondergaan. Wees dus gematigd.’ De profeet Mohammed was expliciet tegenstander van extremisme of radicalisme. Hij was een pedagoog die volledig besefte dat je geloof niet kunt baseren op haatprediking.
‘De profeet Mohammed heeft gezegd dat Adam naar Gods beeld is geschapen; waardigheid en edelmoedigheid zijn onderdeel van het geboorterecht van ieder mens.’
5: Wees als de nacht in het bedekken van andermans tekortkomingen
In de praktijk wil dit zeggen: de ander aanvaarden zoals hij is. Het is nooit vrijblijvend, je zult naar de ander toe moeten. God verzoent niet achter de rug van mensen om. Het gaat om goedmaken tussen mensen en fouten door de vingers zien. Elkaars fouten door de vingers zien ligt verankerd in zegswijzen als: water bij de wijn doen, het ene doen en het andere niet laten, en leven en laten leven. Dat wil zeggen: voor dingen die niet kunnen of mogen voorzieningen treffen, waardoor deze op een wat controleerbare wijze tóch voortgang kunnen vinden. De Koran zegt: ‘En indien Allah sommige mensen niet door middel van anderen tegenhield, zouden ongetwijfeld kloosters, kerken, synagogen en moskeeën, waarin dikwijls de naam van Allah wordt herdacht, zijn afgebroken.’ Het is daarmee de taak van iedere moslim elke plaats van aanbidding tegen vernietiging te beschermen en de taak van andersgelovigen moskeeën tegen vernietiging te beschermen. We gaan ervan uit dat godsdienst niet de oorzaak van de conflicten is geweest, laat het dan een oorzaak voor herstel zijn.
6: Wees als de zon in compassie en mededogen
Volgens Karen Armstrong hebben de verschillende religieuze en ethische tradities gemeen dat zij allemaal een belangrijke rol toekennen aan het begrip compassie. In de praktijk vinden zij elkaar in de Gulden Regel: ‘Wat jij niet wilt dat jou geschiedt, doe dat ook een ander niet.’ De God van de Islam is er één van compassie en mededogen. Daarom staat er boven elk hoofdstuk van de Koran: ‘In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.’ De profeet Mohammed heeft gezegd dat Adam naar Gods beeld is geschapen; waardigheid en edelmoedigheid zijn onderdeel van het geboorterecht van ieder mens. Dit verbreedt gevoelens van compassie naar iets intermenselijks en niet uitsluitend voor moslims onder elkaar.
7: Wees als stromend water in vrijgevigheid en hulpvaardigheid
Gastvrijheid is het ontvangen en onderhouden van gasten, bezoekers of vreemdelingen in vrijheid en goede wil. In een moderne samenleving wordt het vaak vertaald met dienstverlening. In de Islam heet dit principe ikrâm: de generositeit, het recht van de gastvrijheid, of ikrâm al-dayif, het heilig respect voor de menselijke persoon, van de door God gezonden gast. Dit uit zich in gulheid, vrijgevigheid, de deugd der gastvrijheid en delen met andere mensen in je omgeving. De Koran herinnert driemaal aan de tekst van Genesis 18, vers 1-33, waarin Abraham gastvrijheid schenkt aan drie engelen, uit naam van God, in Mamré. Gastvriendschap is de sleutel tot het verstaan van de verhouding tussen mensen van ander of geen geloof en het opnieuw verstaan van eigen geloof.
Abdulwahid van Bommel
Abdulwahid van Bommel (1944) werd geboren als Wouter van Bommel. Van Bommel was de zoon van een katholieke vader en een hervormde moeder. Na zijn bekering tot de Islam nam hij de naam Abdulwahid aan. Hij was buitengewoon hoogleraar islamitische geestelijke verzorging en docent aan de Islamitische Universiteit Rotterdam. Tot 1992 was hij imam in Den Haag. Daarna heeft hij gewerkt als geestelijk verzorger.
Van Bommel is auteur van o.a. ‘De Koran, uitleg voor kinderen’.
‘De Koran, de uitleg voor kinderen’- deel 1 en deel 2
Uitgeverij Panthenon
ISBN: 9789079578429
Website Abdulwahid van Bommel
Rûmî
Djalâlu’d-Dîn Rûmî (1207-1273) werd geboren in wat nu Afghanistan heet, in het stadje Balk. Hij was een filosoof en dichter, en soefi-mysticus. Een bekend werk van Rumi is de Masnavi, een lofdicht en eerdicht. Rumi begon rond 1258 aan dit omvangrijke geschrift, maar kon het vanwege zijn overlijden in 1273 niet voltooien. De Masnavi bevat meer dan 25.000 verzen en wordt ook wel de Perzische Koran genoemd.
Over interreligieuze verhoudingen zij Rumi: ‘Als je denkt dat er een belangrijk verschil is tussen een moslim, een christen, een jood, een hindoe, een boeddhist en een sjamanist, en daarin voor jezelf ook nadrukkelijk die scheidslijnen aanbrengt,
dan breng je die ook aan in je hart. Dan maak je van je hart twee compartimenten:
één waarmee je liefhebt en één waarmee je handelt in de wereld.’ Dat is een ‘uit elkaar gaan’ dat door Rumi als fataal wordt bestempeld.