De Beweging van Barmhartigheid zet zich in voor het bevorderen van meer barmhartigheid. Of beter gezegd: meer barmhartigheid, meer compassie en meer mededogen, want die drie zijn heel nauw verwant. Ze staan ook in alle levensbeschouwelijke tradities centraal.
Alle drie zijn ze verbonden met begrippen als ‘naastenliefde’ en ‘rechtvaardigheid’ en alle drie staan ze tegenover ‘onverschilligheid’.
Er is wel een accentverschil: barmhartigheid is traditioneel net iets meer verbonden met ‘iets doen’ en compassie legt iets meer het accent op het gevoel.
Barmhartigheid heeft een belangrijke plaats in onder andere de christelijke traditie, compassie probeert juist alle levensbeschouwelijke tradities te omvatten.
In de Beweging van Barmhartigheid trekken de begrippen gezamenlijk op.
De ‘werken van barmhartigheid’ en de ‘gulden regel’ zijn bondige samenvattingen van het appèl dat uitgaat van barmhartigheid en compassie.
De gulden regel
Dit is de gulden regel: ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’. Die spreuk komt letterlijk uit het bijbelboek Tobit (Tobit 4:15). Maar voor zover bekend was de Chinese wijsgeer Confusius de eerste die de gulden regel heeft verwoord: ‘Behandel anderen nooit op een manier waarop je zelf niet behandeld wilt worden.’
De Britse auteur Karen Armstrong heeft rond de lancering van het ‘Charter for Compassion’ een indringend pleidooi gehouden om de gulden regel in deze tijd opnieuw tot leven te brengen. Zij gebruikt graag de formulering: ‘Behandel een ander zoals je zelf behandeld wilt worden’.
In het Nieuwe Testament vinden we het terug bij Matteüs en Lucas: Mt. 7:12 (‘Behandel de mensen in alles zoals je wilt dat ze jullie behandelen’) en Lc. 6:31 (‘Behandel de mensen zoals je wilt dat ze jullie behandelen’).